Coronaschrijven week 6

 

Het waren spannende weken voor de scholen. En nu wordt het opnieuw spannend: gaan de scholen weer open? Of ze nu dicht blijven of opengaan, het is goed om kinderen te blijven stimuleren tot schrijven. Online of offline. In deze blog geen uitgewerkte nieuwe opdrachten, maar een paar reflecties op de uitvoering, een simpele opzet voor een taalronde over Coronatijd-ervaringen en voorbeelden van opgestuurde kinderteksten.

Online en offline tot schrijven komen

De schrijfopdrachten die ik de afgelopen weken op mijn blog heb geplaatst, bevatten allemaal het belangrijke didactische principe eerst praten, dan schrijven.  Daarbij ben ik ervan uitgegaan dat kinderen thuis wel iemand kunnen vinden om mee te praten: een ouder, een ander familielid of huisgenoot, een vriendje uit de straat. Een soort noodoplossing, die mogelijk toch hier en daar tot leuke gesprekken heeft geleid.

Ik hoorde dat het sommige scholen gelukt is om online contactmomenten te organiseren met kinderen via platforms als Zoom of Skype, Social Schools of Google Classroom. Daardoor konden leerkrachten een-op-een gesprekjes voeren met kinderen, of met een klein groepje, of zelfs met een hele groep. Zulke gesprekken kunnen heel goed de basis zijn voor het daarna schrijven van teksten.

Ook in schoolteams kan dat: het 20-koppige team van basisschool de Archipel in Amsterdam wisselde ervaringen met elkaar uit via een Zoom-bijeenkomst, op de manier zoals je dat ook zou doen in een vertelkring met kinderen. De gespreksleider stelde vragen naar speciale ervaringen in de Coronatijd, zoals:

  • Hoe ben je in beweging gebleven?
  • Hoe heb je aandacht gegeven aan mensen die je niet in het echt kon ontmoeten?
  • Welke plaats in huis is nu belangrijk voor jou geworden?
  • Wat heb je gedaan wat je anders waarschijnlijk niet gedaan had?

Aan de hand van korte vertelbeurten werd verteld over kleine ervaringen, daarna maakte elk teamlid een lijstje van ervaringen die bij hem of haar naar boven waren gekomen tijdens deze vertelronde. Hieruit koos iedereen voor zichzelf een onderwerp om een tekst over te schrijven, eventueel voorzien van een foto. De teksten zijn op een Padlet-muur geplaatst waar iedereen ze kon lezen, zie hieronder een fragment daarvan:

Schoolteam schrijft over Corona-ervaringen

Aan de teksten is duidelijk te merken hoeveel plezier deze collega’s hadden in het op schrift stellen van een kleine Coronatijd-ervaring. Op deze mooie manier is iets vastgelegd en gedeeld over deze vreemde periode, en hebben de leerkrachten zich tegelijkertijd voorbereid op een soortgelijke taalronde met kinderen, online of gewoon weer in de klas. Geen betere voorbereiding van een taalronde of andere schrijfles, dan eerst zelf vertellen en schrijven over het onderwerp!

Ik stel me voor dat je dit precies zo kunt doen met kinderen, en je ze naast de vragen hierboven nog meer vragen kunt stellen:

  • Wie heeft ook een nieuw spel gedaan of bedacht?
  • Wie heeft ook iets samen met een moeder of vader gedaan dat je anders niet zo snel doet?
  • Wie heeft ook online met iemand gepraat met wie je anders in het echt praat?
  • Wie heeft zich meer verveeld dan anders?
  • Wat ging niet door en wat kwam ervoor in de plaats?
  • Wat gebeurde wat je niet had verwacht?

Na de vertelronde maken kinderen een lijstje met ongewone dingen die de afgelopen tijd gebeurden, kiezen daar een uit, vertellen eventueel nog eens in tweetallen over de gekozen gebeurtenis, en schrijven dan zo precies mogelijk op hoe het gegaan is. Foto of tekening erbij. Als de teksten daarna in de groep gedeeld kunnen worden, bijvoorbeeld via Padlet, kan naast de schrijfmotivatie ook het groepsgevoel weer een impuls krijgen.

Online feedback geven op teksten

Van meerdere leerkrachten kreeg ik de afgelopen weken vragen over het geven van feedback op ingeleverde kinderteksten. Zonder feedback leer je niet schrijven, zoveel staat vast. Maar moet je daar in deze tijd wel de nadruk op leggen? Ben je niet al blij als kinderen überhaupt iets schrijven en opsturen? Een leerkracht mailde me over ingezonden recepten van haar groep 5:

In de klas loop ik rond en help ik ze ter plekke. Maar nu zie ik alleen het eindproduct op een foto die ze met veel inzet hebben gemaakt. Ze hebben dan thuis een goed gevoel, papa en/of mama zijn ingezet, en het is af. Klaar. Punt. Door naar het volgende…. Ik vind het lastig om daar dan iets anders dan alleen maar “heel erg bedankt en wat mooi en was het lekker?” op terug te geven. Ik heb 1 kind geprobeerd, zijn tekst was slecht leesbaar, met veel doorkrassen. Dus ik opperde voorzichtig dat hij het misschien nog netjes zou kunnen schrijven, zodat ik het recept thuis ook kon maken. Maar ik kreeg terug dat hij daar niet aan wilde beginnen. Dan maakte ik het toch niet thuis? Ook de vader had er wel even tabak van. En dat kan ik me zo goed voorstellen. 

Groep 5: recept voor wentelteefjes

Zeer voorstelbaar allemaal. Blij zijn met teksten, ze verwelkomen en behandelen als kostbaarheden, dat blijft een onderdeel van de positieve schrijfcultuur die je nodig hebt als je wilt dat kinderen verder komen met schrijven. Nu nog meer dan normaal. Toch is feedback geven daarmee niet in tegenspraak. Als je onder feedback verstaat: opdragen om spelfouten te verbeteren of de tekst netter te maken, of opmerken wat er allemaal niet goed aan is, zullen kinderen er niet veel mee hebben. Maar als feedback in de eerste plaats betekent: een reactie op de inhoud van een tekst, bijvoorbeeld in de vorm van vragen, en als ook duidelijk wordt wat er goed en interessant is aan de tekst, komt dat heel anders over. Leerkrachten kunnen zich aanwennen om primair op de inhoud van een tekst te reageren en niet direct op de vorm. Waarmee ik niet wil zeggen dat de vorm niet belangrijk is, maar dat hij volgt op de bedoeling en inhoud van een tekst en dus niet los vooropstaat.

Op afstand met kinderen communiceren over hun teksten is natuurlijk tien keer moeilijker dan als je naast ze staat in de klas. Maar het is de moeite waard om ook in deze omstandigheden te proberen ze te motiveren tot het opnieuw lezen, veranderen en verbeteren van hun teksten en daarvan iets te leren. Hier mijn tips:

  • Maak van tevoren duidelijk dat je feedback gaat teruggeven op bepaalde criteria. Dan is dat niet onverwacht en kijkt een kind er mogelijk ook naar uit. Als je pas met die criteria komt nadat ze al een tekst hebben geschreven, komt het ineens uit de lucht vallen.
  • Herschrijven moet heel precies geïnstrueerd worden. Ook moet expliciet duidelijk zijn wat je ervan leert. Dat moet een leerkracht benoemen en laten zien. En er moet een gewoonte komen om te werken met verschillende versies van een tekst – dus niet meteen in het net! Ook op afstand zou je dit kunnen aankondigen: stuur eerst je kladversie terug, daar werken we dan nog aan voordat we hem echt afmaken.
  • Verzamel alle teksten, publiceer ze op een online schoolplatform of op Padlet, zodat alle kinderen elkaars teksten kunnen lezen. Dat motiveert in een latere fase ook om teksten echt goed te maken.
  • Als je af en toe online contact met de kinderen hebt: praat samen over de teksten, stel vragen over wat je niet begrijpt, benoem wat er goed aan is, wat er nog sterker aan zou kunnen. Dan hoef je dat niet eens daadwerkelijk te verbeteren, maar leren ze toch iets en vergelijken ze hun eigen teksten met die van anderen. Kan misschien het beste met kleine groepjes.
  • Stuur bij elke ontvangen tekst een of meer vragen terug. Wat heb jij niet helemaal begrepen? Een vraag is minder aanvallend dan een aangestreepte fout of een verbeteropdracht. Je kunt ze vragen om deze vragen per omgaande te beantwoorden. Daarop geef je feedback in de vorm van suggesties wat de tekst sterker had gemaakt. Misschien kan je dit ook door kinderen bij elkaars teksten laten doen (in tweetallen). En dan alles naar jou laten cc-en.

NB Dit is allemaal experimenteel, het kost tijd, het lukt misschien niet precies zoals je het gewild had. Probeer het gewoon en kijk wat je ervan kunt leren!

Kinderteksten

Hieronder wil ik tot slot een aantal teksten laten zien die kinderen via mail of app hebben opgestuurd aan hun juf of meester, vaak in de vorm van gefotografeerde tekeningen en handgeschreven teksten. Dank voor het sturen, stuur er nog meer!

Groep 1-2: iets wat je op de bank gedaan hebt

Groep 1-2: iets wat je op de bank gedaan hebt

 

Groep 4: instructie voor hoe je moet zagen

 

Groep 5: feitelijke tekst over vogels in de buurt van je huis

 

Groep 5: feitelijke tekst over vogels in de buurt van je huis

 

Groep 8: Nieuwsbericht over Corona

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.