Vakantiewerkwoorden

Kanoën

Welkom terug in de school allemaal! Opnieuw starten overal nieuwe groepen kinderen na een eindeloos lange zomervakantie. Vertellen over de vakantie, vaste prik in veel groepen. En erover schrijven natuurlijk. Je kunt er een leuke en leerzame activiteit van maken. Ik geef elk jaar nieuwe ideeën voor schrijven over de vakantie, je vindt zes blogs met verschillende invalshoeken via de zijbalk van mijn blog de categorie Schrijven over vakanties. Dit is de zevende.

Vorig jaar had ik geopperd om te beginnen met tekenen, of een foto. Dit jaar een heel simpele: beginnen met werkwoorden. Huh, werken, dat doe je toch niet in de vakantie? Okay, doe-woorden dan. Hoewel veel mensen ernaar streven om in de vakantie zo min mogelijk te doen. Ze liggen, dutten, zitten, hangen, vervelen zich of kijken naar de zee. Zijn dat doe-woorden? Het geeft maar weer aan dat sommige grammaticale begrippen verwarrend kunnen zijn, ook in taalmethodes voor de basisschool. De Taalunie zegt:

‘Een werkwoord is een woord dat aangeeft welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat. Voorbeelden van werkwoorden zijn: gaan, slapen, blijken, zijn en veranderen.’

Tja, die werkwoorden bedoel ik nu net niet (behalve slapen). Voor deze opdracht gaat het vooral om handelingen en processen. Voor kinderen hoeven we het niet precies te definiëren. Het gaat hier om woorden die iets aanduiden dat je in de vakantie gedaan hebt. Kinderen hoeven niet uit te rusten in vakanties, ze doen de hele dag door dingen: rondhangen, tafelvoetballen, kletsen, snoepen, zwemmen en kanoën. Maar ook: afdrogen, graven, omvallen, zwaaien, zeuren, schreeuwen, sjouwen, glijden, schuilen – minder algemene werkwoorden waarbij je meteen een beeld krijgt van een situatie.

Je kunt je taalronde starten met het verzamelen van zoveel mogelijk specifieke werkwoorden, die gaan over iets dat je in de vakantie gedaan hebt. Jouw voorbeelden zetten de toon: begin met in de kring kort iets te vertellen over wat je in de vakantie gedaan hebt, iets gewoons, zoals fietsen of picknicken. Schrijf dat werkwoord op het bord. Laat een kind ook heel kort iets vertellen dat het in de vakantie gedaan heeft en schrijf ook dat werkwoord op. Nog een paar beurten, kort! Uitweidingen over de hele vakantie en wie er allemaal mee waren zijn verboden. Geef zelf nog een paar voorbeelden van heel specifieke werkwoorden die voor jou gelden, zoals huren (een waterfiets), vinden (een zeester) of verliezen (een potje Rummikub). Schrijf die ook op de bordlijst. De kinderen gaan het geleidelijk doorkrijgen en werkwoorden roepen.

Dat is het moment om onderleggers, blaadjes en pennen uit te delen voor het maken van individuele lijstjes ‘werkwoorden’ of ‘handelingen’. Als er een woordje bij komt over omstandigheden, bijvoorbeeld ‘op een paard klimmen’ of ‘in de auto slapen’ is dat niet erg. In de groepen 3 en 4 kan een tekenlijstje met drie vakjes ook goed werken. Tijdens het maken van het lijstje mag er ook af en toe iets geroepen worden, of je laat enkele lijstjes voorlezen ter inspiratie van de rest. Mag ook ‘peuzelen’, ‘giechelen’ of ‘fluisteren’? Ja natuurlijk!

Dan volgt de eenvoudige vertelopdracht: kies een werkwoord van je lijstje, en vertel je buur zo precies mogelijk over de situatie dat je dat deed. De luisteraar moet doorvragen. Dan wisselen. Na dit tweetalgesprek: het werkwoord bovenaan schrijven, dan eerst de handeling tekenen in een kader, dan je tekst erbij schrijven.

Kanoën

Tegen de wind in fietsen

Waarom is dit een leuke en leerzame manier om over de vakanties uit te wisselen? Niet alleen omdat je op een natuurlijke manier met de kinderen reflecteert op het grammaticale begrip ‘werkwoord’, maar ook omdat het je stimuleert om steeds raardere en specifiekere werkwoorden te vinden, en daarmee op onverwachte, al bijna weer vergeten vakantie-herinneringen komt. Daarover vertellen, tekenen en schrijven is dan gemakkelijk en levert interessantere verhalen op dan lange, chronologische overzichten van de hele vakantieperiode.  Veel plezier!

Zwemmen in zee
Oversteken
Graven

3 antwoorden op “Vakantiewerkwoorden”

  1. Mooie opdracht! Morgen start ik met mijn groep en dan is een van jouw schrijfopdrachten vaste prik!
    Dank!

    Agnes
    (ooit heb je een training gegeven op De Roos. Inmiddels zitten we bijna een jaar op onze nieuwe locatie De Vindplaats; heel gaaf!)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.